DE WENPERIODE
Uw ogen dienen zich de eerste dagen aan de lenzen te wennen. De draagduur dient langzaam
uitgebreid te worden van een halve dag in het begin tot een volledige dag na 2 dagen.
LEVENSDUUR VAN UW LENZEN
De levensduur van uw lenzen wordt bepaald door drie factoren :
De wijze waarop ze behandeld worden. Volg de voorgeschreven methode voor inzetten en uitnemen. Vermijd onnodig samenknijpen en onnodig samenknijpen en oprollen van de lenzen.
De regelmaat en grondigheid waarmee ze verzorgd worden. Dagelijks 10 seconden reinigen (lees: wrijven op de lens) met de vloeistof, na het uitnemen van de lenzen, is onontbeerlijk om de lenzen zuiver en klaar te houden.
De samenstelling van het traanvocht. De tranen verschillen van persoon tot persoon en bevatten zeer veel verschillende stoffen. Sommige van deze stoffen kunnen zich op de lenzen vasthechten ondanks het regelmatig reinigen. Een intensieve reiniging is dan nodig en som verkort dit aanzienlijk de levensduur van de lens.
Uw specialist kan u in dit geval nuttig advies geven.
Maandlenzen worden best, zoals het woord suggereert, maandelijks vervangen. Duidt de vervangdatum aan op een kalender. Eventueel kunt u de memo-functie van uw GSM gebruiken, om maandelijks gewaarschuwd te worden, dat uw lenzen aan vervanging toe zijn. Als u niet iedere dag lenzen draagt, mag u uw maandlenzen 30 keer dragen! Zet op een speciaal daarvoor bedoeld papiertje, streepjes als u de lenzen gedragen hebt. Enkele uren dragen telt reeds voor 1 dag! Komt u aan 30 streepjes, dient u de lenzen weg te gooien. Best gooit u, hoe dan ook, de lenzen weg na 4 maand. Als u slechts zeer sporadisch lenzen draagt (minder dan 2 X/ week) , bent u daarom beter af met daglenzen!
NOG ENKELE BELANGRIJKE TIPS
1. Uw knipperpatroon en frequentie zijn essentieel voor het succesvol dragen van uw lenzen. Onvoldoende knipperen of onvolledig sluiten van uw ogen bij het knipperen kan na verloop van tijd tot onverdraagzaamheid leiden.
2. Bedwing de natuurlijke neiging om in de ogen te wrijven, want u zou een lens kunnen verliezen of beschadigen of, wanneer een vreemd voorwerp onder de lens zit, zelfs het oog kunnen kwetsen.
3. Uw lenzen zijn erg gevoelig voor scherpe voorwerpen of vouwen. Een zeer kleine beschadiging kan de oorzaak zijn dat de lens na enige dagen spontaan in 2 stukken lijkt te scheuren.
4. Het gebruik van andere vloeistoffen dan die u zijn geadviseerd, kunnen uw lens volledig onbruikbaar maken. Gebruik daarom nooit iets anders, dan wat uw specialist heeft geadviseerd. Iedere dag dient u verse vloeistof te gebruiken! Vloeistof bij vullen is echt uit den boze!
5. Stop de lenzen nooit in uw mond. Sommige contactlensdragers doen dit wel eens, maar een ernstige ontsteking is dan niet uitgesloten.
6. Zet nooit een vuile of beschadigde lens in. Dit kan uw oog beschadigen.
7. Mochten er stoffen op uw lenzen komen waarvan u het effect niet kent (chemicaliën, dampen, spatten, e.d.) doe ze dan uit en zet ze niet in voordat u uw specialist hebt geraadpleegd.
8. Houd uw specialist op de hoogte van alle geneesmiddelen die u gebruikt.
9. Gebruik alleen in water oplosbare oog make-up. Producten op basis van vet of olie zullen uw lenzen blijvend onbruikbaar maken. Bij het verwijderen van de make-up nooit vet oplossende producten gebruiken.
10. Houd ogen gesloten gedurende het verstuiven van bv. haarlak en ook nog een minuut daarna om te voorkomen dat de kleine deeltjes die in de lucht zweven zich op de lenzen vastzetten. Haarlak beschadigt de lenzen op onherstelbare wijze.
11. Door lichte uitdroging kan de lens te vast op het oog kleven en moeilijk uit te nemen zijn :
- druppel enkele druppels (complete of comfortdruppel (bvb Blink of Cellufresh) in het oog en
wacht tot de lens los komt
-neem daarna de lens uit op de gebruikelijke manier.
12. Gebruik nooit oogdruppels terwijl u de lenzen draagt, zonder uw specialist te raadplegen.
13. De controle-onderzoeken die uw specialist voorschrijft zijn uiterst belangrijk voor de veiligheid en voor de mate van succes waarmee u zachte contactlenzen zult dragen. Hou u steeds nauwgezet aan de afspraken voor controle-onderzoeken.
WANNEER U TERUG MOET NAAR UW SPECIALIST
In de hieronder vermelde gevallen dient u uw lenzen beslist uit te doen. Wen uzelf om op deze punten te letten en uw lenzen ook uit te doen als ze voorkomen. Neem meteen daarna contact op met uw specialist :
- als de ogen 'rood' worden
- wanneer er een merkbare verandering in gezichtsscherpte optreedt
- wanneer de lenzen irriteren
- als u merkt dat u meer traant dan normaal
- wanneer u meer dan normaal last van veel licht krijgt
- wanneer u gekleurde lichtkringen (halo's) om lampen ziet.
Onthoud altijd : 'Bij twijfel, niet inhouden!'
Ook als alles goed gaat, dient u regelmatig uw lenzen en ogen te laten controleren: om het jaar!